Mischa Spel luidt in de NRC van 30 november de noodklok: Voor een doorsnee gezin is muziekles een onhaalbare luxe:

De Rotterdamse gemeenteraad stemde net in met een onderzoek naar cultuureducatie. Idee: subsidie moet niet meer naar privélessen op de muziekscholen gaan, maar naar groepslessen in de wijk en op school. Dat is eerlijker, want breder. De muziekschool Amsterdam ging Rotterdam in 2011 voor in die verandering. Driekwart van de subsidie werd verplaatst naar binnenschoolse cultuureducatie voor het basisonderwijs, wat in de praktijk neerkomt op 15 uur les van een vakdocent per schooljaar, meestal zingen, en soms op een plekje in een Leerorkest. De keerzijde: 40 muziekleraren werden door de muziekschool ontslagen en het aantal leerlingen liep er terug van 7.000 naar 5.000.
(…)

Waarom wordt er geen landelijke koers gevaren voor álle kinderen van vier tot achttien? Verplaats (wat) muziekvakdocenten van de basisschool naar het voortgezet onderwijs en naar de Pabo, waar onderwijzers stevig les mogen krijgen in bijvoorbeeld zang en gitaar (het digibord helpt óók), opdat ze straks zelf hun klas warm kunnen maken voor muziek. Houd instrumentaal onderwijs bereikbaar voor iedereen. En steek extra geld van Sociale Zaken in jeugdorkesten en jeugdkoren, juist omdat muziek alle mensen, ook kinderen, met elkaar verbindt.

Voor een doorsnee gezin is muziekles een onhaalbare luxe