Gezamenlijke reactie kunstvakverenigingen op Curriculum.nu
Gezamenlijke reactie van Beroepsvereniging Docenten Drama (BDD), Vereniging Leraren Schoolmuziek (VLS), Vereniging Nederlandse Kunsthistorici-educatie (VNK-e) en Vereniging Onderwijs Kunst en Cultuur (VONKC) op het derde ontwikkelproduct van het Ontwikkelteam Kunst en Cultuur
1. Erkenning van de kunstdisciplines als pijlers van het leergebied
Het ontwikkelteam kunst en cultuur heeft ervoor gekozen om het ontwerp van het toekomstig kunstonderwijs open en generiek te benaderen vanuit het leergebied Kunst en Cultuur. Daarmee is afgezien van de bekende vakkenstructuur dans, drama, muziek en beeldende vorming, kunst algemeen en ckv als het primaire domein vanwaar vernieuwing van het onderwijs voorheen in gang gezet werd.
We zijn er niet gerust op dat het op deze wijze in gang gezette herontwerptraject leidt tot het kwalitatief hoogwaardige en toekomstbestendige onderwijs dat we ons met elkaar ten doel stellen. De grote opdrachten die – zijnde de essenties van het leergebied – duidelijkheid en richting moeten verschaffen geven daarvoor, mede door hun vaak algemene en abstracte formulering, onvoldoende houvast. Daarom pleiten we voor een benadering die behalve het leergebied expliciet ook de verschillende kunstdisciplines omvat. Concreet houdt dit in dat in de volgende fase, waar het gaat over het ontwerp van de bouwstenen en de kennis en vaardigheden die daarbij horen, dat deze minimaal getoetst worden aan de vakspecifieke/domeinspecifieke kennis en vaardigheden uit de eindtermen die leiden tot het doel van kwalificatie van de huidige kunstvakexamens.
Onze gezamenlijke mening is dat het ontwikkelingsteam het leergebied Kunst en Cultuur te veel benadert als een eigenstandige kunstpraktijk terwijl het in werkelijkheid slechts een conceptueel begrip is dat alleen op papier bestaat. Het effect van deze benadering is dat de negen grote opdrachten in hun huidige vorm vaak algemeen en abstract zijn en onvoldoende houvast geven voor de ontwikkeling van bouwstenen in de volgende fase. Dit kan niet de bedoeling en zijn en moet worden opgelost.
Het leergebied bestaat alleen door en in de Kunstvakken die elk op eigen wijze daaraan bijdragen. Zij vormen de pijlers waar het leergebied op rust, en leggen met hun vakspecifieke inhoud, kennis en materialen de basis voor vak – en leergebiedoverschrijdend onderwijs dat zonder die specifieke inbreng een lege huls is. Dat betekent ook dat het niveau van het leergebied alleen te beperkt is voor het ontwikkelen van bouwstenen – kennis en vaardigheden – die zeggingskracht hebben voor alle verschillende kunstdisciplines. Graag willen wij het gezamenlijk visiedocument van de kunstvakverenigingen VONKC, BDD, VLS en ook het visiedocument van de VNK-e in herinnering roepen waarin we rekening houdend met de afzonderlijke karakteristieken van de kunstvakken de gemeenschappelijke vakinhoudelijke en vakdidactische aard van de kunstdisciplines hebben gepoogd te traceren.
2. Overeenkomsten en verschillen tussen de kunstvakken basis van het leergebied
Doordat de visie en de grote opdrachten te veel de samenhang tussen de kunstvakken (dans, drama, beeldend, muziek, kunst algemeen en ckv) benadrukken en te weinig oog hebben voor hun
specifieke kenmerken, zijn ze behalve te algemeen/abstract ook te weinig richtinggevend voor het onderwijs in de afzonderlijke vakken. De podiumkunsten bijvoorbeeld menen dat de grote opdrachten te cognitief zijn en te weinig oog hebben voor de waarde van het directe doen en de gevoelservaring daarbij. In het moment zelf, door te zingen, te dansen, te spelen wordt de gevoelswereld ontsloten en het beleven en verbeelden geactiveerd. Dit is een belangrijke opbrengt van het kunstonderwijs die wordt gemist wanneer de aandacht te snel verlegd wordt naar het cognitieve en het reflecteren. Voor elk van de kunstvakken moet je specifieke vaardigheden leren. Drama als voorbeeld: naast artistiek-creatieve vaardigheden, moeten ook affectieve vaardigheden (bijv. inleven in een rol), zintuiglijke vaardigheden (mimiek/gestiek kunnen analyseren), cognitieve vaardigheden (reflecteren op de betekenissen van drama) geleerd worden die specifiek betrekking hebben op drama. Dit geldt eveneens voor de andere kunstvakken (beeldende vorming, muziek, dans, kunst algemeen en ckv).
3. Draagvlak
Voordat het herontwerp van het curriculum wordt voorgelegd aan de politiek dient er een valide peiling met voldoende reikwijdte en spreiding te worden uitgevoerd naar het draagvlak onder kunstvakdocenten waarbij blijk wordt gegeven van ruime instemming
Geef een antwoord