Hieronder vindt u antwoorden op mogelijke vragen die u hebt over de Loonruimteovereenkomst publieke sector 2015-2016.

Waaruit is de loonstijging opgebouwd?
De loonstijging is opgebouwd uit twee componenten, aan de ene kant stelt het Kabinet geld ter beschikking (2,85% en 500 euro) en aan de andere kant komt er geld beschikbaar door een verlaging van de premies voor de pensioenen. Dat laatste zou je kunnen zien als een sigaar uit eigen doos, maar daar oordelen wij anders over!

Heeft dit akkoord grote nadelige gevolgen voor mijn pensioen (en is het een sigaar uit eigen doos)?
De vrijval van de pensioenpremie wordt voornamelijk gerealiseerd doordat we overgaan naar een andere indexatie; prijsindexatie (gemiddelde prijsstijging, ook wel inflatie) in plaats van loonindexatie (gemiddelde loonstijging). De pensioenpremie kan omlaag omdat het ABP voor de premievaststelling bij prijsindexatie uitgaat van een lager percentage voor de indexatie (2% in plaats van 2,5% bij loonindexatie). De daadwerkelijke indexatie is afhankelijk van de werkelijke prijs- of loonstijging (en kan dus hoger of lager zijn dan 2%).

Tegenstanders van deze overeenkomst beweren dat indexatie op basis van loon een beter resultaat geeft dan op basis van prijs en dat deze overeenkomst daardoor zeer ongunstig is. In de afgelopen 15 jaar had prijsindexatie echter een beter resultaat gegeven. Neem je een langere periode dan was de loonindexatie gunstiger door de explosieve loonstijgingen in de jaren ’70 (met loonstijgingen van wel 8% per jaar).

Niemand kan de toekomst voorspellen. Feit is dat het verschil tussen loonindexatie en prijsindexatie jaarlijks minimaal zal zijn, maar dat langere periodes van bijvoorbeeld een hogere loonstijging dan prijsstijging wel flinke verschillen kunnen opleveren (of andersom, wat even goed mogelijk is). Dit zal zich echter waarschijnlijk niet voordoen en heeft zich ook niet voorgedaan in het verleden. En in de komende jaren is er helemaal geen sprake van indexatie en heeft deze maatregel geen enkel effect!
Op basis hiervan durven wij te stellen dat het geen sigaar uit eigen doos zal blijken te zijn!

Heeft dit akkoord positieve gevolgen voor mijn pensioen?
De nu geboden loonstijging is pensioengevend en telt – afhankelijk van je leeftijd – over veel jaren mee voor de opbouw van je pensioen.

Bijkomend voordeel is dat het ABP bij een systeem van prijsindexatie eerder tot indexatie mag overgaan dan bij loonindexatie, dit is met name ook belangrijk voor diegenen die nu al een pensioen ontvangen.

Wanneer worden pensioenen weer geindexeerd?
Door de lage dekkingsgraad van het ABP, veroorzaakt door de crisis en met name de lage rentestand, is de dekkingsgraad ver verwijderd van een niveau dat toelaat dat de pensioenen kunnen worden geïndexeerd (de huidige dekkingsgraad is ongeveer 102%, indexeren mag pas vanaf 110%). Dat betekent dat de pensioenen voor zowel werkenden als gepensioneerden in de komende jaren niet kunnen worden geïndexeerd en dus ook dat de keuze voor prijs- of loonindexatie geen invloed of een kleine positieve invloed (zie vorige vraag) heeft.

Kunnen we nog terug naar loonindexatie?
In de komende jaren zal het gehele pensioenstelsel herzien worden, om het stelsel naar de toekomst toe betaalbaar en betrouwbaar te maken. In dit akkoord is vastgelegd dat in deze operatie de terugkeer naar loonindexatie nadrukkelijk wordt opengehouden.

Gaat de dekkingsgraad van het ABP omlaag als we minder premie gaan betalen?
Op zich gaat de dekkingsgraad van het ABP inderdaad iets omlaag door de verlaagde premies. Maar dit is een zeer klein effect; 1% verhoging van de premie levert maar een verbetering van de dekkingsgraad op van 0,1%. Ter vergelijking: een verhoging van de rekenrente met één procent levert een verhoging op 12%! Hier ligt dan ook het werkelijke probleem van het ABP. Daarom hebben we ervoor gekozen een gedeelte van dit ‘dode’ premiegeld om te zetten in een loonsverbetering voor de actieven, die hierdoor een direct hoger besteedbaar loon hebben en een hoger pensioengevend loon.

Is dit opnieuw een greep uit de kas van het ABP?
Nogal eens wordt verwezen naar de “greep uit de kas” in de jaren tachtig, waarbij de regering Lubbers onvoldoende premie afdroeg aan het pensioenfonds. Deze situatie is nu nadrukkelijk niet aan de orde, omdat de kostendekkende premie zoals deze wordt vastgesteld door ABP volledig blijft worden afgedragen.

Welke gevolgen heeft dit nu voor de cao-onderhandelingen?
De 5,05% en de 500€ (met sectorale verschillen) zullen worden opgenomen in de cao’s van de verschillende (onderwijs)sectoren. Op dit punt hebben partijen een unieke afspraak gemaakt.

De loonstijging kan worden gerealiseerd zonder dat daar verslechteringen tegenover hoeven te staan. De inzetten van de werkgever met daarin diverse verslechteringen zijn hiermee dus van tafel. Alleen wanneer beide partijen (werkgevers en werknemers) aanvullende afspraken willen maken is dat mogelijk. Dit is dus volledig ter beoordeling van de bonden.

Zoals gezegd, deze afspraak is uniek en vormt een grote ‘plus’ ten opzichte van de situatie zonder deze overeenkomst. Deze situatie was:

  • een zeer gematigd loonbod;
  • een uitgebreide lijst aan beoogde verslechteringen;
  • en zicht op mogelijk langdurige actietrajecten.

Wordt de al toegekende verhoging in PO, VO en MBO van 1,2% verrekend met deze loonstijging?
Nee, deze stijging komt bovenop de stijging van de 1,2% over 2015 (die op basis van het Nationaal Onderwijs Akkoord al zijn uitbetaald vanaf 1 september 2014).

Doet mijn vereniging ook mee aan dit akkoord?
Ja, want je vereniging is lid van de FvOv (Federatie van Onderwijsvakorganisaties) die op haar beurt weer aangesloten is bij de CMHF. Deze laatste is de partij die alle leden van de aangesloten verenigingen onder andere vertegenwoordigt bij de Pensioenkamer en het ABP.

Gaan de leden akkoord?
De ledenraadplegingen binnen de CCOOP (CNV-O), AC (AVS) en CMHF (FvOv) lopen nog en laten een gunstig beeld zien. Op 28 augustus zal voor de FvOv de eindstand worden opgemaakt en vervolgens gedeeld worden met de overige bonden binnen de CMHF (waar de FvOv deel vanuit maakt). Zodra dit duidelijk is zullen we dat communiceren.

Download hier de FAQ’s Loonruimteovereenkomst publieke sector 2015/2016 (pdf)