Vorige week diende Arie Slob, de minister voor basis- en voortgezet onderwijs, bij de Tweede Kamer de handreiking lerarentekort primair onderwijs in. Hij geeft daarin aan dat in geval van nood de zogenaamde vakken ‘buiten het kerncurriculum’, te weten muziek, drama, handenarbeid, kunst en wereldoriëntatie, tijdelijk door onbevoegde krachten gegeven mogen worden.

Wij zijn daarover zeer verbaasd, aangezien het lerarentekort zich niet richt op vakleerkrachten muziek. Vakleerkrachten muziek kunnen volgens ons juist een oplossing voor het lerarentekort en/of de werkdruk zijn: als er een vakleerkracht voor de groep staat hoeft er geen groepsleerkracht bij te zijn.

Bovendien weten we allemaal dat juist bij een vak als muziek het voor de kwaliteit essentieel is dat er een docent voor de klas staat die bevoegd en bekwaam is. Dat is iemand die zowel de vakinhoudelijke kant beheerst maar daarnaast ook de vakdidactische en pedagogische vaardigheden heeft.

Ook devalueert hij met deze handreiking de waarde van kunstonderwijs, zo schrijft Ronald Kox op de website van het LKCA, door te spreken van vakken ‘buiten het kerncurriculum’. Het is vreemd dat de minister deze vakken buiten het kerncurriculum plaatst, aangezien het kerncurriculum omschreven is in kerndoelen, en die zijn er ook voor bijvoorbeeld kunstzinnige oriëntatie. Er bestaat dus helemaal niet iets als een ‘kerncurriculum’ en een ‘niet-kerncurriculum’ en het is onduidelijk waar Slob dit vandaan haalt.

Met deze handreiking blijkt nog maar weer eens hoe hoog de muren tussen de O (onderwijs) en de C (cultuur) in het ministerie van OC&W zijn. Vanuit Cultuur wordt al jarenlang geïnvesteerd om muziek in de basisschool een structurele plek te geven, vanuit Onderwijs lijkt niemand daarvan te weten.