Negeer de deskundologen. De bal ligt nu bij het muziekonderwijs.
Opinie Evert Bisschop Boele, overgenomen van de LKCA-site.
Negeer de lobby’s en belangengroepen rond het muziekonderwijs op de basisschool maar eens een tijdje, adviseert Evert Bisschop Boele. De sector zelf is nu aan zet om tot verbetering te komen. Maar wie zijn de zegslieden? ‘Het is een beetje als een cycloon: aan de randen een hoop lawaai en geweld, maar in de kern is het angstig stil.’
De Nederlandse symfonieorkesten hebben gesproken. In een mooi stuk, ‘Orkesten van nu, van waarde voor de toekomst’, hebben ze samen opgeschreven wat ze zijn, wat ze willen zijn, waar ze voor staan.
Ze hebben ook gesproken over het Nederlandse muziekonderwijs. Wat ze zeggen is niet mals. ‘Muziekeducatie maakt in Nederland geen onderdeel meer uit van het onderwijscurriculum’, schrijven ze. ‘Samen met demografische ontwikkelingen hebben jarenlange bezuinigingen op muziekonderwijs en het ontbreken van vakleerkrachten op school ertoe geleid dat er nu generaties opgroeien die geen idee hebben van de waarde van klassieke muziek of actieve muziekbeoefening. In de concertzaal is inmiddels het effect van deze decennialange afbouw van muziek- en cultuuronderwijs merkbaar in de afnemende instroom van jong publiek.’
Ten hemel schreiende vaagheid
Dat is, hoewel vooralsnog ‘fact-free’, in ieder geval klare taal. ‘Geen onderdeel’ is misschien wat sterk, maar wie een beetje historisch besef heeft kan niet anders dan beamen dat de situatie van het muziekonderwijs op de basisschool een groot probleem is. Niet overal, maar grosso modo is het beeld niet positief.
Muziek op de basisschool is onderdeel geworden van een amorf leergebied kunstzinnige en culturele vorming, met kerndoelen van een ten hemel schreiende vaagheid. En inmiddels is het muziekonderwijs op de PABO zo in de verdrukking gekomen dat volgens recent onderzoek nog zo’n tien procent van de groepsleerkrachten zichzelf bekwaam acht muziekonderwijs te geven. De methodeschrijvers voor het voortgezet onderwijs weten dat en beginnen dus braaf bij niveau nul in de brugklas.
Tegen elkaar opbiedende deskundologen
Maar een probleem signaleren is iets anders dan een oplossing formuleren. Dat blijkt ook wel weer uit de orkestrale visie. Dat heeft te maken met de manier waarop ze het probleem stellen. Het ontbreken van muziekonderwijs op de basisschool is voor de orkesten blijkbaar vooral een probleem omdat de orkesten van de basisschool verwachten dat daar hun toekomstige publiek wordt opgeleid. Dat lijkt me een wat erg particuliere opvatting van het belang van muziekonderwijs in de basisschool. Het mag natuurlijk – de orkesten strijden voor zichzelf, en geef ze eens ongelijk – maar er zijn nog zoveel andere belanghebbenden die muziekonderwijs wel voor hún doeleinden zouden willen gebruiken.
Blaasorkesten en jazzmuzikanten
Ik overzie niet alles in het veld, maar in ieder geval willen de blaasorkesten muziekonderwijs in de basisschool om leerlingen te bewegen lid te worden van de plaatselijke fanfare; Jet Bussemaker wil het omdat muziekonderwijs de creativiteit zo bevordert (?); op allerlei plekken zijn jazzmuzikanten bezig jazz in de basisschool te brengen zodat de jazz serieus genomen wordt; muziekscholen willen hun instrumentale docenten met leegstand graag in de klas aan het werk hebben zodat ze kunnen blijven bestaan; de componisten willen dat er weer gecomponeerd wordt in de klas zodat de leerling waardering krijgt voor deze zo ondergewaardeerde beroepsgroep; en het zal niet lang duren of TV Oranje heeft een lespakket ontwikkeld dat het Nederlandse lied in het onderwijs zal propageren (een initiatief waar ik me overigens van harte achter zal scharen).
Krokodillentranen
Ondertussen zitten de basisscholen met de handen in het haar. Ze willen graag goed muziekonderwijs geven, is mijn ervaring. Maar ze denken te vaak dat ze het niet zelf kunnen of er de tijd niet voor hebben (taal en rekenen en ‘opbrengstgericht onderwijs’, weet u wel?) en dat ze het dus welhaast móeten uitbesteden. Geld voor een vakleerkracht is er meestal niet – en dat zal er de komende decennia ook niet komen, voorspel ik u – en dus leveren ze hun muziekonderwijs met enige graagte uit aan iedere bieder die het wel voor hen wil doen.
Het gevolg: een lappendeken van initiatieven en oplossingen, elk met hun eigen specialisten en deskundologen die fors tegen elkaar opbieden en tegelijkertijd krokodillentranen huilen over de ontbrekende ‘doorlopende leerlijn kunsteducatie’. Een doldraaiende markt, gesanctioneerd van overheidswege door de Cultuureducatie-met-Kwaliteit-moloch.
Vraag het aan de buurman
En het is een markt zonder kern. Wat ik zo graag zou willen: terug naar die kern. Zodat de mensen die het muziekonderwijs in de basisscholen moeten doen – de groepsleerkrachten, de vakspecialisten, de vakleerkrachten – zélf aan de bal komen. Dat zij zich afvragen waarom muziek in het leven van alledag voor ongeveer iedereen zo evident belangrijk is (vraag maar na bij de buurman!), en welke bijdrage de basisschool aan de toekomstige muzikale levens van hun leerlingen kan leveren. Dat zij, na enig nadenken, zélf, op basis van hun specifieke expertise, zouden formuleren waarom muziekonderwijs op de basisschool ook alweer zo belangrijk is, en dat zij zélf zouden formuleren wat er daarom in de klas, op de PABO en in conservatoria moet gebeuren. En dat we dat vervolgens, met zijn allen, gewoon gingen doen. In de klas, van dag tot dag en week tot week. Zorgen voor de humuslaag, waar dan op termijn de belanghebbenden buiten de klas bij aan kunnen sluiten.
Sector zelf moet zich laten horen
Daarbij zouden ze eerst de lobby’s en belangengroepen maar eens een tijdje moeten negeren. Eerst maar een antwoord op algemene muzikaal-pedagogische vragen. Daarna kun je je natuurlijk afvragen wat je daarbij van de buitenwereld nodig hebt. Maar omdat die buitenwereld zich naar mijn smaak momenteel vooral manifesteert als een wirwar van belangengroepen zou het wel sjiek zijn als de sector ‘muziek op de basisschool’ eerst zelf maar eens van zich liet horen.
Ik denk graag mee. En ik ben benieuwd met wie ik dan ga meedenken. Want op dit moment weet ik eigenlijk niet zo goed wie de zegslieden, opinion leaders en smaakmakers van ‘muziek op de basisschool’ zijn. Dat kan mijn onkunde zijn. Maar het kan er ook een teken van zijn dat we een vak dat potentieel zo belangrijk is hebben uitgeleverd aan de groep belanghebbenden om dat vak heen. Een beetje als een cycloon: aan de randen een hoop lawaai en geweld, maar in de kern is het angstig stil.
En u weet hoe een landschap er uit ziet als de cycloon voorbij is getrokken.
Evert Bisschop Boele is lector ‘New Audiences’ aan het lectoraat Lifelong Learning in Music van Kenniscentrum Kunst & Samenleving/Prins Claus Conservatorium, Hanzehogeschool Groningen.
Beste Evert,
Verreweg de meeste argumenten die je aanvoert kan ik ten volle onderschrijven. Overigens weet je me behoorlijk te verrassen met de (terechte!) suggestie dat de infiltratie in het onderwijs door uitvoerende muziekinstellingen enkel zakelijke doeleinden dient en niet de leerbelangen van onze schooljeugd. Zoveel assertiviteit ben ik immers vanuit de gelederen namens welke jij in deze het woord voert niet gewend!
Ik vraag me echter af wat je bedoelt met “terug naar de kern”. Is daar binnen het georganiseerde muziekonderwijs in Nederland ooit sprake van geweest dan? Mij dunkt namelijk van niet. Juist het ontbreken van die kern heeft er m.i. toe geleid dat het muziekonderwijs op scholen nooit vaste grond onder de voeten heeft gekregen. In het denken over muziekonderwijs is het aanhangen van esthetische doctrines (niet zelden als vertaalslag van religieuze overtuiging) steeds de dominante factor geweest, i.p.v. dat men zich heeft gericht op de onderwijskundige functie van muziek binnen het schoolcurriculum. Dit is er dan ook de oorzaak van dat de muziekpedagogische vragen waarnaar jij verwijst nooit op adequate wijze zijn beantwoord, laat staan dat hieruit enig doelgerichte, effectieve en algemeen toegepaste methodische aanpak is voortgekomen. Zodoende vind ik het nogal precair wanneer je je kritisch uitlaat over de vaagheid van de kerndoelen voor kunsteducatie op school, zoals deze door het omvangrijke en budgetopslorpende netwerk dat zich rond de kunsteducatie heeft gevormd wordt uitgedragen. Wat hebben de vakopleidingen, de VLS, het LKCA en tal van andere instellingen waar wijsheid van uit zou moeten gaan hier dan wel tegenover te stellen, zo vraag ik mij af.
Je geeft aan graag mee te willen denken over handzame alternatieven, ten einde nog te kunnen redden wat er te redden valt in de huidige hopeloze situatie. Ik vrees echter te moeten stellen dat ik, op grond van talrijke pogingen om binnen de sector gehoor te vinden voor een ander geluid, sterke twijfels heb aan je ontvankelijkheid voor enig alternatief. Het begin van een oplossing ligt namelijk in het loslaten van bestaande denkwijzen en het innemen van een pragmatische houding. Dat is echter hetzelfde als een verstokt calvinist vragen om zich op het leven te richten i.p.v. op het hiernamaals. Dat zal hij nooit of te nimmer doen, want door zijn geloof af te zweren verliest hij immers alle gevoel voor veiligheid en geborgenheid en daarmee zijn identiteitsbesef.
Slechts wanneer je vanuit jouw autoriteit een concreet (en dan bedoel ik ook echt concreet, d.w.z. een handelingsvoorstel) initiatief durft te lanceren dat de weg wijst uit alle treurnis ben ik bereid om waarde te hechten aan je bedoelingen.
Groetend,
Martin Boere
P.S. Zowel bij de VLS, het LKCA als bij het conservatorium in Groningen ligt de annonce van mijn website, waarop mijn benadering van muzikale basisvorming uit de doeken wordt gedaan, incl. lesmaterialen en instructie. Denk je dat daarop ook maar enige reactie komt? Welnee! Negeren die handel!