Uren muziek in het po worden niet vastgelegd
Een tienjarig meisje, Lara Verdam, heeft vanochtend voor het programma Willem Wever samen met de Volkskrant minister Jet Bussemaker geïnterviewd. Het ging onder meer over ‘Méér muziek in de klas’.
“Bussemaker zegt het belangrijk te vinden dat kinderen meer leren dan taal en rekenen.
‘Ze moeten creativiteit ontwikkelen, goed kunnen samenwerken en leren naar elkaar te luisteren. Bij dat alles kan het helpen wanneer je samen muziek maakt.’
Bovendien is de afwisseling van taal en rekenen met gym, creatieve vakken en muziek goed voor de concentratie, denkt de minister.
‘Ik wil niet vastleggen hoeveel uren muziek er moeten komen. Maar het kan helpen in de klas even iets heel anders te doen.’
“
In de ogen van de minister is muziekles op de basisschool dus instrumenteel. Muziek is geen doel in zichzelf meer. Wat de minister wil is: creativiteit ontwikkelen, leren samenwerken, naar elkaar luisteren, je beter leren concentreren. Die zaken zijn allemaal mooi en aardig meegenomen, natuurlijk. Maar daar heb je helemaal geen muziekonderwijs voor nodig. Laat die kinderen een middagje survivallen, en je bent er ook.
Dankzij Lara van tien weten we nu dat muziekles op de basisschool in de ogen van de minister betekent dat je “even iets heel anders doet”. “Even” wil zeggen, dat je er als minister dus geen minimum (of maximum) aantal uren voor hoeft vast te leggen in het curriculum. Hoe vaak een leerkracht met de leerlingen “even iets heel anders” gaat doen, hoeft dus ook niet te worden vastgelegd. Laat staan getoetst. Als je als leerkracht één keer per jaar “even iets heel anders” hebt gedaan met je klas, dan ben je er al. Maar ik vraag me in gemoede af hoe scholen door “even iets heel anders” te doen, de instrumentele – en belangrijke – doelen van de minister moeten bereiken. De begrippen “even” en “concentratie” komen van twee volstrekt verschillende planeten.
Ik weet het niet, hoor. De bedoelingen zullen ongetwijfeld goed zijn. Maar als professioneel muziekdocent word ik hier steeds bozer van. Ik geef nu 31 jaar les in het voortgezet onderwijs en de kennis van en over muziek van de basisschoolleerlingen die bij ons instromen, is (sinds de kerndoelen werden losgelaten, dus nu tien jaar geleden), nul komma nul. Men heeft tegenwoordig graag de mond vol van het belang van doorlopende leerlijnen. Maar om qua leerlijn door te kunnen lopen moeten basisschoolkinderen wel eerst hebben leren lopen. Man, man, wat een armoe, dit.
Dat liedje van de minister heette trouwens ‘Waar de blanke top der duinen’ en niet ‘Op de blanke enzovoorts’. En ik zou in mijn handen knijpen als onze nieuwe eersteklassers bij binnenkomst dat een beetje fatsoenlijk hun strot uit zouden krijgen.
Helaas heeft Clara geheel gelijk. Alle projectengerommel ten spijt is er geen doorwrochte intrinsieke visie op plaats en betekenis van het muziekonderwijs, zowel niet binnenschools als buitenschools. Gaat er ook niet komen helaas.
De spijker op zijn kop, Clara!
Hoe zat het ook al weer met het kind en het badwater..?