Met enige regelmaat komen er bij onze helpdesk vragen binnen van docenten die geconfronteerd worden met het afschaffen van hun vak of sterke vermindering van het aantal uren, met name in het VO. Afgelopen jaar heeft u in Kunstzone al de noodkreet van Hans Stoelinga kunnen lezen. Hieronder zetten we op een rijtje waaraan de school moet voldoen en wat uw rol als docent kan zijn om een zo breed en inhoudelijk mogelijk programma van kunstonderwijs te blijven aanbieden.

Lessentabel en lesinhoud?
Met de afschaffing van de verplichte lessentabel is er voor scholen heel veel vrijheid gekomen om lesinhoud vorm te geven. Voor een compleet en gedifferentieerd overzicht is de ruimte hier te kort, algemene kaders waaraan een school moet voldoen zijn wel te geven.

Richtlijnen: kerndoelen, eindtermen en studielast
Voor de onderbouw VMBO, HAVO en VWO gelden nog steeds de kerndoelen 48 tot en met 52 voor alle leerlingen. Uiteindelijk is een school gehouden om de organisatie van het kunstonderwijs zo vorm te geven dat deze doelen gerealiseerd kunnen worden. Voor de bovenbouw VMBO zijn de gestelde doelen in de examenprogramma’s de richtlijn voor de inhoud en organisatie van het onderwijs in de kunstvakken 1. In de bovenbouw van HAVO en VWO is niet zozeer het doel maar de studielast normgevend. Voor het verplichte CKV is respectievelijk een studielast van 120 en 160 uur gegeven. De invulling hiervan moet een, ook vanuit de aan te bieden lesstof, reële verhouding kennen tussen lestijd en zelfstudie. Het is dus van groot belang om als docent of als sectie een heldere visie of plan te hebben waarin de vastgelegde doelen en studielast omgezet wordt naar een concreet leerplan en lesinvulling. Dat is de basis voor het gesprek op school over de urenomvang beschikbaar in lestijd voor de kunstvakken. De documenten waarin bovenstaande is na te zoeken vindt u op deze website van VLS en de website van VONKC onder ‘vakinhoud’.

Rol medezeggenschapsraad
Omdat de overheid aan iedere school veel ruimte laat om eigen keuzes over de invulling van de doelen te maken, kan een eenmaal gekozen opzet ook aangepast worden. Dat gaat echter niet zomaar, maar op basis van strikte procedures met de medezeggenschap. De invulling van de kunstvakken kan op verschillende plaatsen in de medezeggenschap opduiken. De invulling van de lessen in de kunstvakken zal een plaats hebben in het schoolplan of leerplan. Op wijziging van dit plan heeft de voltallige medezeggenschapsraad instemmingsrecht. Een eventuele wijziging van het leerplan kan uitmonden in een wijziging van het lesrooster en hierop heeft het personeelsdeel van de MR adviesrecht. De wijziging van het lesrooster kan gevolgen hebben voor de formatie (bijvoorbeeld: er wordt gekozen voor dans in plaats van muziek en daardoor zijn er geen lessen meer voor de docenten die muziek gaven, of beeldend moet in de eerste en tweede klas een uur inleveren ten gunste van Engels). Het personeelsdeel van de MR heeft instemmingrecht op het formatieplan.

Er is kortom niet één vast gegeven waar je als docent mee naar de directie kunt stappen. Het gaat er vooral om, vooraf goed en door de school gedragen beleid te formuleren en dit vast te leggen in school- of leerplan. Voor de inhoud zijn de kaders als hierboven genoemd een goede richtlijn. Wanneer dit beleid eenmaal is vastgelegd is het aan de schoolleiding om dit ook zodanig uit te voeren dat de doelstelling en inhoud gerealiseerd kunnen worden!

Remko Littooij

(Dit artikel verscheen ook in Kunstzone 02, 2014)